Aulonocara kandeense

Aulonocara kandeense is een donker blauwe soort met een witte bles over hun kop en rug. In het aquarium worden ze groter dan in het wild.

Aulonocara kandeense

Aulonocara kandeense is in 1988 officieel beschreven door Tawil en Algayer. De geslachtsnaam Aulonocara is een verwijzing naar een van de belangrijkste kenmerken van deze soort, namelijk de zijlijnkanalen op hun kop. De naam is op te breken in twee stukken Grieks: ‘aulus’ betekent ‘fluit’ en ‘caras’ betekent gezicht, een verwijzing naar de op een fluit lijkende zijlijnkanalen op de kop van Aulonocara.

De soortnaam kandeensis is een verwijzing naar de vindplaats van deze soort. Ze komen alleen voor bij het eiland Kande. Hier werden ze rond 1982 door Stuart Grant ook ontdekt. 

De oorspronkelijke naam was Aulonocara kandeensis. Hierbij is echter de verkeerde verbuiging toegepast. Hierdoor is de naam een jaar later gecorrigeerd naar kandeense. 

In het Engels wordt deze soort ook wel Blue Orchid Aulonocara of Blue Orchid Peacock genoemd. Vertaald naar het Nederlands Blauwe Orchideeën Keizerbaars. 

Beschrijving

Aulonocara kandeense mannen kunnen een maximale totale lengte van 16 centimeter bereiken. De vrouwen blijven doorgaans kleiner, maximaal zo’n 11 centimeter. In het wild worden ze overigens niet zo groot. De mannen worden daar hooguit 10 centimeter lang. Wij geven ze in het aquarium vaak teveel en te krachtig voer waardoor ze veel groter kunnen worden. 

De mannen krijgen een donker blauw, bijna zwart lichaam. Van de neus over de rug- en rugvin loopt een lichtblauwe tot witte bles. De buikvinnen zijn eveneens donker gekleurd maar de voorste rand is afgezet met een dunne witte streep. Op de anaalvin steken de helder gele eivlekken af tegen de donkere kleur van de vin. 

De vrouwen zijn wat anders gekleurd dan vele andere Aulonocara soorten. Ze zijn wat meer zilver van kleur in plaats van grijs/bruin. 

Gelijkenis met Aulonocara maylandi

De tekening van Aulonocara kandeense lijkt heel erg op die van Aulonocara maylandi. Beiden zijn diep blauw tot zwart van kleur. Maar waar Aulonocara kandeense een witte bles heeft, is die van Aulonocara maylandi mosterd geel. De vrouwen van beide soorten zijn wat meer zilver van kleur in plaats van grijs/bruin.

Beide soorten hebben ook het aantal en grootte van de eieren gemeen. De nesten bevatten veel maar hele kleine eieren. 

Het is een bijzondere overeenkomst tussen beide soorten. Kande Island ligt zo’n 200 kilometer verwijderd van Chimwalani en Luwala Reef. De locaties liggen ook nog eens aan de andere kant van het Malawimeer. 

Omdat een geografische scheiding eigenlijk geen reden is om beiden als separate soort beschouwen hebben Tawil en Allgayer Aulonocara kandeense als synoniem bestempeld. Dat is in 2016 door Konings weer teruggedraaid. 

Biotoop

Deze soort is endemisch voor het Malawimeer. Ze komen daar alleen voor rond Kande Island. Dit ligt in het westen van het meer. 

De Aulonocara kandeense mannen bezetten een territorium in de overgangszone van rotsen naar zand. Doorgaans in de nabijheid van een rotspartij waar ze een hol verdedigen. De vrouwen vormen scholen in de nabijheid van de rotsen maar wel boven het zand. Ze komen het meest voor op een diepte van rond de acht meter. 

Door overbevissing in deze regio staan de aantallen fors onder druk. Inmiddels zijn er in het wild bijna geen exemplaren meer te vinden. 

Dieet

Met behulp van hun zijlijnorgaan op hun kop zoeken Aulonocara soorten naar ongewervelden in het zand. Hierbij hangen ze vlak boven het zand en “luisteren” naar beweging wat duid op wat eetbaars. 

De faryngeale tanden van Aulonocara kandeense lijken echter meer op kiezen. Dit duidt er op dat hun tanden zich ontwikkeld hebben om slakken te eten. Dit wordt ook ondersteund door onderzoek naar de maaginhoud waarin inderdaad veel slakjes werden aangetroffen. 

In het aquarium is het geen kieskeurige eter. Ze eten vlokvoer, granulaat maar geven eigenlijk wel de voorkeur aan levend- of diepvriesvoer. Om ze gezond te houden kun je vlokvoer of granulaat afwisselen met artemia, mysis, cyclops, muggenlarven en dergelijke. 

Het Aquarium

Het aquarium voor Aulonocara kandeense hoeft niet heel groot te zijn. Een aquarium van zo’n 120 centimeter lengte volstaat voor één harem. Tenminste, als de vissen niet groter worden dan in het wild. Geef je te veel en te krachtig voer dan worden ze wat groter. Een aquarium vanaf zo’n 150 centimeter lengte is dan een beter formaat. Ook als je ze wil combineren met andere soorten dan raden we een wat groter aquarium aan. 

Richt het aquarium in met op de bodem (filter) zand. Ze zoeken in het substraat naar wat eetbaars. Ze duiken af en toe met hun kop in het zand om voedseldeeltjes op te zoeken. Ze spoelen het zand door hun kieuwen. Scherp zand en grind raden we dan ook af. 

​Plaats een paar rotsen op elkaar en zorg dat er wat holen, kieren en spleten ontstaan. Leg ze wel stevig op elkaar zodat ze niet kunnen vallen. Omvallende rotsformaties onder water in combinatie met glazen ruiten is geen goed idee.​

Het beste hou je Aulonocara kandeense in een harem. Dat wil zeggen één man met twee of drie vrouwen. Als je twee mannen bij elkaar zet, blijven ze met elkaar vechten om de vrouwen, net zolang tot er maar één over is. Door meerdere vrouwen te houden, moet de man zijn aandacht verdelen. Vermoeide of broedende vrouwen kunnen dan tot rust komen tussen de rotsen.

Je kunt deze soort het beste combineren met andere relatief vreedzame Malawi cichliden. Een combinatie met de rotsbewonende Mbuna raden we af. 

Water

De temperatuur van het aquariumwater mag liggen tussen de 22 en 26 graden Celsius. De pH mag wat hoger zijn van zo’n 7.5 tot 8.5. De GH is in het aquarium niet echt heel belangrijk. 

Kweek Aquarium en Conditioneren

De kweek van Aulonocara kandeense is niet heel lastig. Je kunt ze kweken in gezelschap van andere vissen. Zorg er wel voor dat er geen andere Aulonocara soorten aanwezig zijn in het aquarium om hybridisatie tegen te gaan. Een speciaal kweek aquarium is dus niet nodig. Ze stellen ook geen speciale eisen aan het voer of water om tot het afzetten van eieren over te gaan. 

Het afzetten

​Zodra de man merkt dat een vrouw bereid is om te paren, worden zijn kleuren feller. Hij kiest een plek waar hij samen met de vrouw wil paren. Dit verdedigt hij fel tegen andere vissen. 

Hij zwemt voor de vrouw en zet zijn vinnen wijd op en toont haar zijn flank. Met trillende bewegingen probeert hij haar mee te lokken zijn de door hem gekozen plek. Als de vrouw met hem meegaat begint de paringsdans. 

Het Aulonocara ​kandeense koppel draait om elkaar heen. Net zolang totdat de vrouw er echt klaar voor is. Al om elkaar heen draaiend legt de vrouw een paar eieren. Het koppel draait door waarbij de man zijn anaalvin over de bodem wrijft. Al omdraaiend pakt de vrouw de eieren op in haar bek. 

Ze draaien verder waarbij de man wat hom loslaat. Omdat zijn anaalvin eivlekken laat zien, denkt de vrouw dat ze wat eieren oppakt maar neemt op deze manier wat hom mee naar binnen en bevrucht zo de eieren. 

Het koppel blijft om elkaar heen draaien totdat alle eieren zijn gelegd. Een nest eieren kan bestaan uit zo’n 70 tot 100 eieren. De taak van de man zit er nu op. De vrouw trekt zich terug en broed de eieren in haar muil uit. 

Opgroeien van de jongen

De eieren komen binnen een paar dagen in de muil van de vrouw uit. Ze blijven echter bijna drie weken in de muil van de vrouw verder groeien. Ze teren daarbij op de eidooierzak. 

Na drie weken zijn de visjes groot genoeg om voor zichzelf te zorgen. In het wild worden ze door de vrouw losgelaten tussen de rotsen. In het aquarium met andere vissen zullen de meesten van hen worden opgegeten. 

Als je meer jonge Aulonocara kandeense wil opkweken, dan kun je de vrouw rond de 15e dag uitvangen. Plaats haar in een klein aquarium met hetzelfde water als in het hoofd aquarium. Na drie weken spuugt ze de jonge visjes uit. De eerste paar uur na het loslaten van de jongen, eet de vrouw ze nog niet op. Je hebt dus ruim de tijd om de vrouw weer terug te plaatsen in het grote aquarium. 

De jonge Aulonocara kandeense jongen eten fijngewreven vlokken of bijvoorbeeld vers uitgekomen artemia. 

Conclusie

Aulonocara kandeense is een fraaie soort om in het aquarium te houden. Zoals veel Aulonocara houdt je ze het best met niet al te agressieve en drukke vissen. Vermijd daarom een combinatie met Mbuna. 

Video

Auteur

John de Lange

Copyright foto’s

Jason Selong – Bigskycichlids.com

Extra informatie

Familie

Onderfamilie

Tribus

Geslacht

Groep

Soortnaam

kandeense

Eerstbeschrijving

Patrick Tawill, Robert Allgayer

Karakter

Sociaal Gedrag

Broedgedrag

Dieet

Min. lengte aquarium in cm

120

Zone

Herkomst

Landen

Ecosysteem

Locaties

Lengte Minimaal

10

Lengte Maximaal

16

Temperatuur minimaal

22

Temperatuur maximaal

26

pH minimum

7.5

pH maximum

8.5

GH minimum

12

GH maximum

16

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Aulonocara kandeense” te beoordelen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *