Laetacara dorsigera – Roodborst Acara

Laetacara dorsigera – Roodborst Acara

Laetacara dorsigera is een mooie subtropische dwerg cichlide die zo ongeveer 8 a 9 cm wordt en koppels vormt die samen de eieren en jongen beschermen. De Laetacara dorsigera is in 1840 beschreven door Heckel. In het Nederlands wordt hij ook wel eens Roodborst Acara genoemd.

Synoniemen die nog wel eens worden gebruikt zijn Acara dorsiger, Aequidens dorsiger of Aequidens dorsigerus; andere synoniemen zijn Aequidens dorsigera, Astronotus dorsigera en Parvacara dorsigera.

Verspreiding en leefgebied

Laetacara dorsigera komt voor in meerdere subtropische rivieren/drainages in Zuid Amerika waaronder de Rio Paraguay, Rio Parana en de Rio Guaporé welke door Brazilië, Argentinië, Paraguay en Bolivia stromen. Binnen deze drainages worden zowel clear- als blackwater rivieren, overstromingsgebieden, stroompjes en meertjes gevonden waarvan voornamelijk de kleinere stroompjes /meertjes en de overstromingsgebieden door de Laetacara worden bewoond. De biotopen binnen deze gebieden variëren van wateren met zeer veel planten tot plekken met veel hout en fijn zand als bodem. Ook zullen er op sommige plekken stenen liggen of een dikke laag blad.

Gedrag en compatibiliteit

Laetacara dorsigera zijn echte koppelvormers en in grotere aquaria is het ook mogelijk om meerdere koppels samen te houden. De vissen zijn rustig soms zelfs schuw maar als ze eieren of jongen hebben doen de ouders alles om deze te beschermen en dit doen ze redelijk agressief.

De Roodborst Acara gaat goed samen met subtropische vissen die niet te groot worden en niet te druk zijn. Wel is aan te raden om er een groepsvis bij te houden die wat hoger in de bak zwemt. Dit zorgt er voor dat de Laetacara dorsigera wat minder schuw zijn en meer aanwezig zullen zijn in het aquarium. De Laetacara dorsigera kun je beter niet samen houden met hele drukke soorten aangezien dit er voor kan zorgen dat de vis schuw wordt of te weinig te eten zal krijgen. Ook het samen houden met echte tropische soorten is af te raden aangezien de vissen bij een constante hogere temperatuur veel minder oud worden.

Het Aquarium

Als minimum afmeting zou ik voor een gevormd koppel een aquarium van minimaal 80 centimeter aanraden. Aangezien het best moeilijk is om een koppel te krijgen is het aan te raden om een aquarium van 120 centimeter te nemen en hierin een 5 tal jonge vissen te plaatsen en daaruit een of twee koppels te laten vormen. In 120 centimeter is het mogelijk om 2 koppels te houden als de inrichting genoeg zichtbrekers heeft.

Qua waterwaarden is het het best om licht zuur en zacht water te maken maar ook in neutraal water doen de vissen het goed. Qua temperatuur kun je het best in de winter 18-20 graden aanhouden met een natuurlijke opwarming in de zomer.

Hoewel de temperatuur in de winter in de Rio Guaporé kan dalen tot zelfs onder de 15 graden, raden we aan de minimum temperatuur op zo’n 18 graden te houden. Onder deze temperatuur kunnen de vissen wat schrikachtig worden.

Voeding

In de natuur worden micro-organisme en kleine insecten, larfjes, wormpjes en dergelijke gegeten. Gelukkig is de Roodborst Acara in het aquarium een stuk minder kieskeurig en eten ze eigenlijk alles.

Geslachtsonderscheid en voortplanting

Het geslachtsonderscheid is bij de Laetacara dorsigera erg moeilijk te zien zeker als de vissen nog niet volwassen zijn maar zelfs bij volwassen dieren kan het moeilijk zijn. Een aantal punten waar naar gekeken kan worden, zijn de vorm van de aarsvin en rugvin die zijn bij mannetjes wat puntiger en de vlekken in de rugvin zijn bij vrouwtjes scherper terwijl deze bij mannetjes wat vager is.

Echt duidelijk wordt het pas als er een koppel gaat afzetten. In de paartijd kleurt de vrouw zeer donker (bijna zwart), terwijl de man zijn normale kleuren houdt

Kweek van de Laetacara dorsigera

In het aquarium zullen ze in de zomer bij het opwarmen van het water gaan afzetten maar als het geen speciaal aquarium is zullen er bijna nooit jongen overleven. Dus als je echt jongen wilt overhouden zal je toch een echte kweekbak moeten opzetten en een koppel flink met levend voer moeten gaan voeren. Vervolgens de temperatuur wat verhogen naar een graad of 24/25 en een goede verversing doen. De jongen kunnen vervolgens worden gevoerd met infusoria, artemia naupli en azijn aaltjes.

Video

Auteur

jos Rollman

Copyright foto’s

René
Gert Blank

Referenties

Ottoni, Felipe & J e M Costa, Wilson. (2009). Description of a new species of Laetacara KULLANDER, 1986 from central Brazil and re-description of Laetacara dorsigera (HECKEL, 1840) (Labroidei: Cichlidae: Cichlasomatinae). Vertebrate Zoology. 59.